Keperfries 0000.0011

 

 Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin "Keperfries": blz. 251

- Koepf, Hans, Bildwörterbuch der Architektur. Deel in de serie 'Kröners Tachenausgabe', nr 194. Stuttgart (Kröner), 1985ongewijzigde herdruk van 2e druk uit 1974/1e druk 1968. [451 blz. ISBN 3.520.19402.3]. Hierin "Fries": blz. 159-160 (in de tekening: nr 13 'Zickzackfries')

- Tutein Nolthenius, R.P.J., "Oud-Zutphen". In: Bouwkundig Tijdschrift, 1899 [deel 17]. Ook uitgegeven als overdruk met eigen paginering [46 blz. ISBN -]. Hierin onder "De vesting": blz. 23 (De kantelen van de stadsmuur zijn weggebroken. "Alleen zijn overgebleven de 'haaientanden', d.w.z. de boogjes, waarop rust de muurbekroning, en welke tot doel hadden door den uitstek het opstellen der stormladders te bemoeielijken" - dit is de relevante tekst volledig. De tekening toont een keperfries, volgens de tekst betreft het ook boogfriezen, waarbij kennelijk de naar beneden wijzende punten met hun kraagsteentjes als de 'haaientanden' gezien worden)